Schenking en voorlopige aanslagen
De datum om een aangifte schenkbelasting te doen voor een schenking die in 2021 is ontvangen, komt steeds dichterbij. Daarnaast verloopt op 1 mei 2022 ook de termijn om eventueel een voorlopige aanslag inkomstenbelasting en/of vennootschapsbelasting 2021 aan te passen. Hetzelfde geldt voor de voorlopige aanslagen 2022. Aanpassen kan nog gedurende het hele jaar 2022.
Aangifte schenkbelasting
Is er in 2021 een schenking ontvangen? Dan moet uiterlijk op 28 februari 2022 aangifte worden gedaan van deze schenking bij de Belastingdienst. Deze aangifte moet worden gedaan door de ontvanger van de schenking. Dit geldt alleen voor schenkingen die boven de vrijstelling uitkomen.
Voorlopige aanslagen 2021
Het is mogelijk dat een voorlopige aanslag inkomstenbelasting en/of vennootschapsbelasting 2021 te laag is vastgesteld door de Belastingdienst. Daardoor bestaat de kans dat er belastingrente betaald moet worden.
Om dit te voorkomen, is het van belang om vóór 1 mei 2022 een aangepaste voorlopige aanslag 2021 aan te vragen. Is er al eerder een voorlopige aanslag opgelegd maar is deze te laag, dan dient vóór 24 maart 2022 een verzoek te worden ingediend bij de Belastingdienst om de voorlopige aanslag bij te stellen. Worden deze termijnen niet in acht genomen, dan is waarschijnlijk belastingrente verschuldigd.
Voorlopige aanslagen 2022
In januari 2022 zijn voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en/of vennootschapsbelasting opgelegd door de Belastingdienst voor 2022.
Deze aanslagen zijn schattingen die gebaseerd zijn op voorgaande jaren. Het is raadzaam om deze aanslagen te controleren en bij een afwijkende verwachting een voorlopige aangifte in te dienen. Ook als er geen aanslag is opgelegd door de Belastingdienst, kan een voorlopige aangifte worden gedaan.
Als in een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 een bedrag aan box 3-belasting is opgenomen, is het ook na de recente uitspraak van de Hoge Raad hierover in de regel niet zinvol om een vermindering aan te vragen. Als de belasting op basis van werkelijk rendement lager is dan de forfaitair bepaalde belasting in de voorlopige aanslag, wordt dat rechtgetrokken bij de definitieve aanslagregeling.